Transformeer deze zinnen van standaardtaal naar tussentaal
Markeer de ge & gij en het werkwoord dat erbij hoort
0 Comments
![]() Zoals je leerde in onze vorige post, gebruiken we in de Vlaamse spreektaal niet het persoonlijk pronomen je & jij, maar wel ge & gij. Bij ge & gij neemt het werkwoord altijd een "t", ook in de inversie! ge werkt, maar ook: werkt ge ge woont, maar ook: woont ge ge vraagt, maar ook: vraagt ge Bovendien is de vervoeging regelmatiger bij verschillende werkwoorden: je kan (kunnen) => ge kunt / kunt ge Kunt ge mij efkes helpen? je mag (mogen) => ge moogt / moogt ge Ge moogt daar niet aankomen! je wil (willen) => ge wilt / wilt ge Wilt ge iets om te drinken? je zal (zullen) => ge zult / zult ge Ge zult het niet geloven! je bent (zijn) => ge zijt / zijt ge Zijt ge zeker? Daarnaast bestaan er met het persoonlijk pronomen “ge/gij” speciale samengetrokken vormen van het verbum en pronomen. Neutrale vorm Geaccentueerde vorm kunt ge => kunde kunt gij => kunde gij wilt ge => wilde wilt gij => wilde gij zijt ge => zijde zijt gij => zijde gij denkt ge => denkte denkt gij => denkte gij Kunde mij efkes helpen? Kunde gij afwassen terwijl ik de was ophang? Wat wilde? Wilde gij vanvoor of vanachter zitten? Zijde zot? Zijde gij van plan een sigaret te roken? Wat denkte? Denkte gij nu echt dat ze dat gaan geloven? De regel voor “-de” of “-te” is dezelfde als voor het imperfectum in het Standaardnederlands. [infinitief – “en”: laatste letter is S,F,T,K,CH,P,X => +te; anders: +de] Jouw eerste missie: Luister eens extra goed naar de Vlamingen rond je! Herken je de constructies hierboven? Volgende week volgt een oefening! :) ![]() Wist je dat Vlamingen de pronomen je en jij eigenlijk bijna nooit gebruiken? In de Vlaamse spreektaal zijn de pronomen ge en gij veel couranter! Subjectvorm: in plaats van je / jij gebruiken we ge / gij Objectvorm: in plaats van je / jou gebruiken we u Possessief: in plaats van je/jouw gebruiken we uw Daarom hebben veel anderstaligen de indruk dat we hen vousvoyeren, omdat we zeggen: "ik heb u gebeld" "dat is uw stoel" "alles goed, en met u?" Maar in feite spreken we eigenlijk informeel met je! Ook eens proberen? Kan jij deze zinnen transformeren in het Vlaams? Je hebt je handen niet gewassen! In het Vlaams: _________________________________________ Moet jij morgen werken? In het Vlaams: _________________________________________ Is dat jouw tas? (tas = sacoche) In het Vlaams: _________________________________________ Je hebt gelijk. In het Vlaams: _________________________________________ Weet jij waar de mappen liggen? In het Vlaams: _________________________________________ Is dat van mij of van jou? In het Vlaams: _________________________________________ Ik heb je gisteren een sms gestuurd. In het Vlaams: _________________________________________ |
Sofie Begine
Language Trainer specialising in informal language Archives
March 2019
Categories
All
|